-
1 dringend verzoeken
dringend verzoeken -
2 dringend verzoeken
dringend verzoekenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > dringend verzoeken
-
3 verzoeken
♦voorbeelden:ik verzoek om stilte • silence please, may I have some silenceII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [uitnodigen] invite2 [beproeven] tempt♦voorbeelden:1 mag ik u verzoeken? • would you mind? if you please -
4 dringend
♦voorbeelden:ik moet u dringend spreken • il faut que je vous parle immédiatement -
5 wij verzoeken u beleefd doch dringend …
wij verzoeken u beleefd doch dringend …we urgently request you to …Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > wij verzoeken u beleefd doch dringend …
-
6 réclamer
réclamer [reeklaamee]1 bezwaar maken ⇒ protesteren, protest aantekenenII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 verlangen ⇒ nodig hebben, vereisen3 dringend vragen ⇒ dringend verzoeken, verlangen♦voorbeelden:v1) protesteren2) (op)eisen, (terug)vorderen3) verlangen, nodig hebben -
7 solliciter
solliciter [solliesietee]〈 werkwoord〉1 (dringend) verzoeken (om) ⇒ een (dringend) beroep doen op, vragen (om)♦voorbeelden:v1) (dringend) verzoeken (om), vragen (om)2) aansporen, verlokken3) trekken [aandacht]4) opwekken [nieuwsgierigheid] -
8 plead
v. verzoek indienen; verdedigen; smeken♦voorbeelden:1 plead guilty/not guilty • schuld bekennen/ontkennenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
9 supplier
-
10 auffordern
auffordern1 (dringend) verzoeken ⇒ aanmanen, sommeren♦voorbeelden:1 jemanden auffordern, sich zu melden • iemand (dringend) verzoeken, zich te melden2 jemanden zu einem Ausflug, zu einem Essen auffordern • iemand voor een uitstapje, op een etentje uitnodigen -
11 solicit
v. overhalen (ook tot misdrijf-tot prostitutie), verzoeken; het hof maken[ səlissit] 〈zelfstandig naamwoord: solicitation〉2 tippelen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
12 beseech
v. smeken -
13 entreat
-
14 implore
-
15 plead with someone for something/to do something
plead with someone for something/to do somethingEnglish-Dutch dictionary > plead with someone for something/to do something
-
16 urge
n. behoefte, drift, hartstocht--------v. aanmoedigen, versnellenurge1[ ə:dzj] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 drang ⇒ impuls, neiging, behoefte————————urge2〈 werkwoord〉2 dringend verzoeken ⇒ bidden, smeken♦voorbeelden:4 she urged (up)on us the need for secrecy • zij drukte ons de noodzaak van geheimhouding op het hart -
17 besought
v. Dringend verzoeken -
18 conjurer
-
19 verbitten
verbitten♦voorbeelden:ich verbitte mir diesen Ton! • deze toon verkies, wens ik niet! -
20 call on
v. op bezoek gaan; rekenen op; iemand een antwoord vragen in de klas (als in "Mijn lerares rekent altijd op me in de klas omdat ze denkt dat ik altijd het antwoord weet)call on, call upon1 (even) langsgaan/komen bij ⇒ (kort) bezoeken2 uitnodigen ⇒ (dringend) vragen, verzoeken♦voorbeelden:3 I feel called (up)on to … • ik voel me genoodzaakt om …, ik acht het mijn plicht om …
- 1
- 2